30 jaar R&Z: ‘Mijn tweede werkervaring werd alles wat de eerste niet was’

Roel van Dooren vierde dit jaar zijn 25-jarig jubileum bij R&Z. Aan zijn komst in 2000 ging een tamelijk desastreuze eerste werkervaring bij een kleine uitgeverij vooraf. ‘Kort samengevat ging dat bedrijf binnen een paar maanden nadat ik er begonnen was op de fles. Een harde leerschool na mijn onbezorgde jaren op de universiteit. Al snel zat ik bij het informatieloket van UWV. Veel geleerd, bitter weinig ervaring opgedaan.’

Om iets positiefs te doen te hebben, werkte hij aan de contouren van een proefschrift. En om brood op de plank te krijgen solliciteerde hij naar redactionele banen. ‘Op een dag wees een oud-klasgenoot van de middelbare school me op een Nijmeegs redactiebureau dat regelmatig freelance-klussen in de aanbieding had. Ik ging kennismaken, deed een eerste opdracht en de zaak was beklonken. Al snel hadden beide kanten zin in meer en tekende ik mijn eerste contract.’

Goed bedrijf

Dat hij ook nog zijn proefschrift wilde afmaken was geen probleem. Hij kreeg er in de eindfase van dat project zelfs een half jaar verlof voor. ‘Neem van mij aan: als dat kan, heb je een goed bedrijf te pakken’, zegt Roel. ‘Mijn tweede werkervaring werd zo alles wat de eerste niet was.’

Roel ontwikkelde zich tot specialist op het snijvlak van HR, duurzame inzetbaarheid, gezond en veilig werk en sociale zekerheid. De wereld van arbeidsongeschiktheid, verzuim, re-integratie en afkortingen zoals Arbo, WIA en Wvp. En hij werd een vakkundig schrijver. Wat hij leerde? ‘Dat je eerste zin raak moet zijn. Toelichting en details komen later wel. En dat je geen vragen moet stellen als je zelf ook antwoorden of oplossingen kunt suggereren. Klanten waarderen dat laatste vele malen meer, ook als je suggestie niet perfect is.’

Koffie en yoga

Terugkijkend vindt hij het lastig om aan te wijzen wat voor hem na al die jaren de mooiste herinnering is. ‘Onmogelijk om er één ding uit te halen. Er was die collega die een volle kop koffie knoeide op een handboek waar we aan werkten. De baas die ons met yoga liet kennismaken en op zijn matje in slaap viel. Te veel om op te noemen.’

Toch schiet hem iets te binnen, naar het motto groot geIuk zit in kleine dingen. ‘Bij de verhuizing van R&Z van Oranjesingel 9 naar 38 liep ik met een computerbeeldscherm in mijn armen over straat van het oude naar het nieuwe adres. Platte beeldschermen hadden we toen nog niet, dus het was aanpoten. Ik zeg erbij dat het idee van mijzelf kwam, maar het is de charme en kracht van een mkb-bedrijf in een notendop. Veel dingen doen we zelf, ook als ze niet onze kerntaak zijn. En er is volop ruimte voor eigen initiatief.’

‘Bij het werk voor klanten doen we het precies zo’, vervolgt hij. ‘Van offerte tot factuur en alles wat er tussenin zit: fijn als je het zelf oppakt, doe je ding en maak er wat moois van. Dat maakt het werk uitdagend, afwisselend én bevredigend.’

Vrijheid en verantwoordelijkheid

Het zijn dan ook de begrippen vrijheid en verantwoordelijkheid die hem als eerste te binnen schieten als hij aan R&Z denkt. ‘Het mooie is dat ze op meerdere manieren samenhangen. In een variant op de Bijbel én Spider-Man kun je zeggen dat bij R&Z grote vrijheid samengaat met grote verantwoordelijkheid. Maar het omgekeerde klopt net zo goed: grote verantwoordelijkheid gaat samen met grote vrijheid. Daarom ben ik nooit meer weggegaan.’

Dit jaar bestaat R&Z 30 jaar. Komende tijd blikken we terug op afgelopen jaren, met oude bekenden en nieuwere gezichten. 

Lees ook:

Olaf van Tilburg: ‘Er vallen in ons werk geen doden’
Joris van Meel: ‘Ben geen type om 40 uur per week op dezelfde stoel te zitten’
Evelyn Fransen: ‘‘Dit is nu mijn werk, dacht ik. En het voelde precies goed.’
Ellen Kraft: ‘Academisch schrijven werd er meteen uitgehamerd’
Eva Werkman: ‘Een ervaren, hechte en gezellige club mensen’
Hans Klip: van zolderkamer tot ministerie
Tessy van Rossum: ‘R&Z is de plek waar ik het vak leerde’
Herman Heringa: ‘Diepgang, daadkracht en duidelijkheid’
Shimen Dankaart-Chang: ‘Samen tot een verhaal komen om trots op te zijn’
Sebastiaan de Kroon: ‘Geen goed verhaal zonder inhoud’
René Ravestein: ‘In mijn eentje werken vond ik veel te saai’