Het boek anno 2021 krijgt alleen maar meer allure

Wat is, anno 2021, eigenlijk de status van het boek? Heeft dit ‘eeuwenoude’ communicatiemiddel nog wel recht van bestaan? Hoe houdt het geschreven en gedrukte woord zich staande, te midden van het huidige ‘beeldbombardement’? En gaat het boek de 21e eeuw wel overleven? Aan mij zal het in ieder geval niet liggen. Het tastbare boek is en blijft voor mij ‘hero content’.

Zeg je boek, dan zeg je lezen. Met een boek kun je van alles doen. Je kunt het gebruiken als vliegenmepper, om je computerbeeldscherm op te zetten of om de deur mee open te houden. Maar ook al lees je er nooit in, oorspronkelijk is het boek, elk boek, bedoeld om te lezen. Lezen gaat niet vanzelf. Lezen, echt goed lezen, moet je leren. En om dat te leren moet je tijd hebben. Lezen is niet hip; het oogt duf en saai. En toch prijs ik mij en mijn generatiegenoten – uit 1970 – er gelukkig mee dat ik nog heb leren lezen met het gevoel de tijd aan mezelf te hebben. Een gevoel van vrijheid, avontuur en tijdloos-heid, dat ik nu nog steeds ervaar, elke keer als ik aan een nieuw boek begin zonder te weten waar het eindigt.

Lezen, echt goed lezen, moet je leren

Taalverarming loert om de hoek. Alles moet optimaal en efficiënt. ‘We verafgoden het boek nog steeds, misschien wel meer dan ooit’, zegt Charlotte Remarque in haar artikel ‘Wel een beetje efficiënt graag’ (de Volkskrant, 19 september). ‘We hebben het gevoel dat er van alles is dat we gelezen moeten hebben.’ En op haar Instagramfeed ziet zij dagelijks ‘taferelen ter viering van de literatuur’. Maar lezen, echt lezen, doet niemand meer van haar generatie. Remarque wijdt die ontwikkeling aan de drift van millennials om werkelijk alles te willen optimaliseren: ‘Het lezen moet niet alleen snel, het boek zelf moet ook optimaal zijn. […]

Geen opmars in coronatijden

Deze houding tegenover leven en lezen – dat er een optimale, efficiënte manier bestaat om het te doen – roeit veel meer uit dan alleen fictie. Het maakt van ieder boek een moetje. ‘Zelfs de corona-epidemie heeft daar geen verandering in gebracht. Vreemd genoeg. Want borduren, haken en breien zijn sinds de pandemie bijvoorbeeld wel aan een wereldwijde opmars begonnen, en ook dat zijn toch bij uitstek activiteiten waar je tijd voor moet hebben.’

Wat is bildend lezen?

De analyse van Remarque geldt in eerste instantie voor de roman. Maar informatieve boeken zijn hetzelfde lot beschoren en moeten inmiddels ook zo hapsnap mogelijk opgediend worden. Ook hier mag geen tijd verloren gaan. Het bildend lezen en leren, die langzame vorming die betrekking heeft op jouw mens-zijn in de wereld en die je hele leven duurt, is hier vaak ver te zoeken. En ook al ligt dit ideaal onder vuur (want te westers, te wit, te weinig divers), er zitten wel degelijk veel positieve aspecten aan: je wordt er cultureel door onderlegd, je krijgt gespreksstof, je ‘ziet’ iets van de wereld en, met een beetje mazzel, leer je ook jezelf beter kennen. Bildend lezen ontstaat door te lezen zoals je door een stad zou dwalen die je niet kent; door je eigen neus te volgen, je te laten tippen door een toevallige passant of je te laten verleiden door dat leuke café op dat wondermooie plein. Hoe heerlijk is dat!

Ruimte voor het hele verhaal

Als je ‘ja’ zegt tegen dit soort lezen, dan zeg je ook volmondig ‘ja’ tegen het boek. Cultuurdrager sinds oudsher, verguisd en vernietigd, gecensureerd en illegaal verspreid, omarmd en bejubeld, op een voetstuk geplaatst en er weer vanaf gehaald. Er is iets aan het boek dat het geschikt maakt voor een ‘communicatietaak’ die alleen in die contentvorm, de boekvorm, tot zijn recht komt.

Waar elk ander communicatiemiddel er in principe toe dient om zo kort en bondig mogelijk de boodschap over te brengen, kun je in een boek het hele verhaal vertellen. In de volle breedte en diepte en vanuit meerdere perspectieven, verspreid over zo veel hoofdstukken als er nodig zijn. Zelfs als er geen aandacht is besteed aan de onderlinge samenhang, is een betoog dat opgedeeld is in hoofdstukken en waar een kaft omheen zit (echt of virtueel), per definitie een boek.

Cultuurobject

Het boek is daarmee van alle communicatiemiddelen het meest een object dat zelfstandig in de wereld is, het bestáát. Inderdaad, bijna als een huis van woorden om in te wonen. Misschien heeft het boek, ondanks alle klaagzangers die anders beweren, daarom altijd iets van zijn status als cultuurobject pur sang behouden. Een boek heeft innerlijke samenhang, legt dwarsverbanden tussen hoofdstukken waardoor er een extra betekenislaag ontstaat die aan een betoog, letterlijk zelfs, extra gewicht verleent. En dan hebben we het nog niet eens gehad over al die andere pluspunten van het boek. Zo is een boek tijdloos, duurzaam, altijd beschikbaar en daarin volstrekt betrouwbaar. Je kunt het aanraken.

Relatief goedkoop

In vergelijking met andere communicatiemiddelen, zoals een reclamecampagne of een televisieserie, durf ik de stelling wel aan dat een boek relatief goedkoop is. De publicatie van een boek is altijd nieuws. Een boek draagt, nog steeds, direct bij aan iemands reputatie, aanzien en autoriteit en de schrijver ervan kan hier vaak nog jaren op voortborduren. Zelf word ik nog steeds uitgenodigd voor lezingen naar aanleiding van een boek dat ik in 2007 (!) publiceerde. Een boek is daarmee absolute ‘hero content’: uniek, onderscheidend en met maximale impact. Je zou daarom denken dat ook in de b-2-b-markt veel meer bedrijven en veel meer van hun experts een boek willen (laten) schrijven.

Toch gebeurt dat nog steeds relatief weinig. Blogs, podcasts, artikelen, webinars: de experts roeren zich heus en op vele fronten, maar een boek is vaak een brug te ver. Wat weerhoudt professionals die iets te vertellen hebben ervan om een boek te schrijven? Tijd is een belangrijke factor – uiteraard. Lezen kost al tijd & aandacht, voor schrijven geldt dat eens te meer.

De grootste hindernis

Toch is tijd niet de grootste hindernis als de passie en de drang om een verhaal te vertellen of om kennis te delen er wel al zijn. De kneep zit ‘m vaak in de structuur. Vanuit mijn ervaring als redacteur weet ik dat aspirant-schrijvers vaak wel een prachtig idee hebben, maar niet weten waar te beginnen. Een boek schrijven is niet hetzelfde als tien artikelen schrijven en deze achter elkaar plaatsen. Omdat elk volgend hoofdstuk invloed heeft op het verdere en eerdere betoog. Omdat je niet alleen samenhang binnen een hoofdstuk moet aanbrengen, maar ook tussen de hoofdstukken én in het boek als geheel. Het schrijven van een boek vergt, kortom, een lange adem, veel geduld en volledige grip op de materie. Allemaal zaken die in onze tijd onder druk staan. Juist daarom krijgen boeken – waarbij iemand het hele verhaal in al zijn complexiteit wil vertellen – alleen maar extra allure.

Ik weet daarom zeker dat het boek de 21e eeuw gaat overleven. Als hooggewaardeerde contentvorm, als meest tastbare en daarmee ultieme ‘drager’ van het gedrukte woord.

Meer weten over boeken schrijven en uitgeven? Neem contact op met René Ravestein of bezoek de website van R&Z Boeken.

Dit artikel van Liesbeth Eugelink is gepubliceerd in Het schitterende woord. Deze speciale uitgave bij het zilveren jubileum van R&Z is gratis verkrijgbaar via R&Z Boeken.

Online magazine over het schitterende woord. De kracht en macht van woorden.